Epilepsie is een chronische, niet overdraagbare hersenaandoening, waarbij herhaaldelijke aanvallen optreden. Ongeveer 50 miljoen mensen over de hele wereld worden getroffen door epilepsie, los van leeftijd, geslacht, ras, intelligentie of sociaal milieu. Dit maakt epilepsie wereldwijd de meest voorkomende chronische hersenaandoening. In Vlaanderen hebben ongeveer 60.000 mensen epilepsie, wat neerkomt op 1 op 100 mensen.
Hoewel epilepsie veel voorkomt, is er nog steeds veel onwetendheid bij de algemene bevolking. Dit draagt bij aan valse overtuigingen en fabels over de ziekte. Daarom wordt jaarlijks de Internationale Epilepsie Dag georganiseerd. Tijdens deze dag wordt extra aandacht besteed aan het kenbaar maken van epilepsie en het doorbreken van de taboes rond de ziekte.
Wat is epilepsie?
Epilepsie, of ook de vallende ziekte genoemd, is een aandoening waarbij aanvallen herhaaldelijk voorkomen. Deze aanvallen worden veroorzaakt door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht in de hersenen. Het kan gebeuren dat iemand eenmalig een epileptische aanval heeft, maar dit betekent nog niet dat de persoon epilepsie heeft. Pas wanneer iemand twee of meer epileptische aanvallen (zonder oorzaak) heeft gehad, spreekt men van de aandoening ‘epilepsie’.
De epileptische aanvallen kunnen sterk verschillen van vorm, intensiteit en frequentie. Dit hangt af van waar in de hersenen de aanval ontstaat en of deze aanval verder verspreid in de hersenen.
De soorten aanvallen kunnen in twee grote groepen opgedeeld worden: focale en gegeneraliseerde aanvallen.
Focale aanval (partiële aanval)
Eenvoudige focale aanval
Een eenvoudige focale aanval begint in één bepaald deel van de hersenen. De persoon zelf blijft tijdens deze aanval bij bewustzijn en zal achteraf ook de symptomen kunnen beschrijven.
Afhankelijk van waar in de hersenen de aanval begint, zal de persoon andere klachten ervaren.
- Motorisch: plotse schokken of trekkingen
- Sensorisch: plotse gewaarwordingen – iets voelen (vb. tinteling), zien (vb. lichtflitsen), ruiken, etc.
- Autonoom: hartkloppingen, bleek of rood worden, etc.
- Emotioneel: angst, verstoord tijdsbesef, déjà vu, etc.
Complexe focale aanval
Als de aanval in een groter deel van de hersenen ontstaat, en dus iets uitgebreider is, spreekt men van een complexe focale aanval. Hierbij zal de persoon gedeeltelijk of volledig zijn bewustzijn verliezen. Een aanval zal meestal een aantal minuten duren, waarna het bewustzijn geleidelijk aan terugkomt. Meestal zal de persoon gewoon kunnen doorgaan met wat hij aan het doen was voor de aanval.
Ook hier zijn de klachten zeer uiteenlopend, van verwardheid tot automatische bewegingen zoals kauwen of aan kledij prutsen.
Secundair gegeneraliseerde aanval
Een focale aanval kan zich toch nog verspreiden over de gehele hersenen en zo overgaan naar een secundair gegeneraliseerde aanval. Dit kan zodanig snel gebeuren dat men niet merkt dat de aanval focaal begon.
Gegeneraliseerde aanval (niet-plaatsgebonden aanval)
Gegeneraliseerde aanvallen verspreiden zich meteen over de beide hersenhelften. Deze aanvallen zullen altijd samengaan met een bewustzijnsstoornis. Na de aanval zal de persoon ook vaak klachten ervaren zoals hoofd- en spierpijn, hevige vermoeidheid en slaperigheid.
Gegeneraliseerde aanvallen kunnen in verschillende groepen onderverdeeld worden, afhankelijk van de klachten:
- Tonische aanval: verlies van bewustzijn en verstijven van spieren. Persoon zal verstijft op de grond vallen, maar geen trekkingen/schokken ervaren.
- Clonische aanval: schokken van spieren, meestal in de armen en benen. De spieren zullen bij deze aanval niet verstijven.
- Tonisch-clonische aanval: verlies van bewustzijn en spieren zullen verstijven, samen met trekkingen of schokken in de armen en benen. Ook volgende symptomen kunnen voorkomen: lucht wordt uit de longen geperst, kaakspieren spannen op en schuimvorming rond de mond.
- Atone aanval: verlies van bewustzijn en verslappen van de spieren. Persoon zal in elkaar zaken, maar zal geen schokken ervaren en spieren zullen niet verstijven.
- Absence: plotselinge daling van bewustzijn (die ook plots eindigt), waardoor persoon even ‘weg van de wereld’ lijkt. Na het einde van de absence gaat persoon meteen weer door met bezigheid van voor de absence.
- Myoclonische aanval: korte aanval waarbij de spieren plots samentrekken. Het kan voorkomen zonder dat men merkt dat men het bewustzijn verliest.
Status epilepticus
Een aanval kan een paar seconden tot een paar minuten duren. Als een aanval langer dan 20 minuten duurt of de ene aanval de andere meteen opvolgt, spreekt men van status epilepticus.
Oorzaken van epilepsie
Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben, maar bij 50% van de personen met epilepsie is de oorzaak ongekend.
Epilepsie kan een genetische oorzaak hebben. In dit geval zal epilepsie ontstaan door een afwijking in de genetische code (DNA) van de persoon. In sommige gevallen zal de genetische oorzaak erfelijk zijn
Daarnaast kan epilepsie ook veroorzaakt worden door externe factoren. Mogelijk externe factoren zijn:
- Een hersenletsel als gevolg van een ongeval, vaatmisvormingen, een tumor, moeilijkheden bij de geboorte, etc.
- Een metabole afwijking (stofwisselingsziekte)
- Een verstoring in de werking van het immuunsysteem
Een aanval kan door verschillende situaties worden uitgelokt. Belangrijk is dat deze situaties epilepsie enkel kunnen uitlokken, maar niet veroorzaken. Epilepsie wordt namelijk gedefinieerd door het herhaaldelijk optreden van “ongeprovoceerde” aanvallen.
Mogelijke situaties die een aanval kunnen uitlokken zijn: koorts, overmatige stress, angst, verveling, alcohol, een sterk en onverwacht geluid, een felle of flitsende lichtbron en een tekort aan eten of slaap.
Ook door de medicatie niet consequent in te nemen kunnen aanvallen terug frequenter of intenser optreden.
Behandeling
70% van de personen met epilepsie kunnen de aanvallen onder controle krijgen via medicatie.
Er is een ruim aanbod aan beschikbare medicatie. De keuze van een anti-epilepticum hangt af van de vorm van epilepsie, het soort aanvallen en de individuele medische situatie. Hierdoor kan het soms een tijd duren voor de juiste dosering van de geschikte anti-epilepticum bepaald kan worden.
Bij sommige patiënten kunnen de aanvallen niet onder controle gehouden worden met anti-epileptica. Deze patiënten zijn medicatieresistent. Dit betekent echter niet dat er geen andere behandelopties meer mogelijk zijn. In samenspraak met de behandelende arts kan bekeken worden welke behandeling best geschikt is voor de patiënt.
Mogelijke niet-medicamenteuze behandelingen zijn: epilepsiechirurgie, ketogeen dieet, nervus vagus stimulatie of diepe hersenstimulatie.
Wat te doen bij een aanval?
Aangezien aanvallen in verschillende vormen en ernst kunnen voorkomen, moet ook de aanbeveling voor hulp aangepast worden aan het type aanval.
Bronnen
Epilepsie. (sd). Opgehaald van Epilepsie Liga: https://www.epilepsieliga.be/epilepsie-2
Epilepsie. (2022, 2 17). Opgehaald van Gezondheid en wetenschap: https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/epilepsie
Epilepsie. (2023, 8 31). Opgehaald van UZ Leuven: https://www.uzleuven.be/nl/epilepsie#:~:text=Focale%20aanval%20met%20intacte%20gewaarwording&text=Deze%20aanvallen%20kunnen%20zich%20op,hersenen%20waar%20de%20aanval%20plaatsvindt.&text=Autonoom%3A%20bleek%20of%20rood%20worden,%2C%20d%C3%A9j%C3%A0%20vu%2C
Epilepsy. (2023, 2 9). Opgehaald van World Health Organisation: https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/epilepsy
Internationale Epilepsie Dag. (sd). Opgehaald van Epilepsie Liga: https://epilepsieliga.be/internationale-epilepsie-dag-13-februari-2023